adviezen > advies sociale innovatie in het mkb- en arbeidsmarktbeleid

Advies: Advies Sociale innovatie in het mkb- en arbeidsmarktbeleid

De SER Overijssel heeft dit onderwerp gekozen voor het adviesprogramma 2022 omdat sociale innovatie een rol speelt in verschillende adviesonderwerpen van de SER Overijssel (o.a. digitalisering, basisvaardigheden, circulaire economie, brede welvaart). Sociale innovatie gaat om andere manieren van werken, organiseren, managen en samenwerken. Een beteren en bredere toepassing van sociale innovatie draagt bij tot hogere maatschappelijke welvaart en heeft zowel economische als sociale voordelen. Op 1 december 2022 stuurde de SER Overijssel briefadvies 'Meer aandacht voor sociale innovatie in het mkb- en arbeidsmarktbeleid van de provincie Overijssel' aan Gedeputeerde Staten van Overijssel.

Advies SER Overijssel: meer aandacht voor sociale innovatie in het mkb- en arbeidsmarktbeleid van de provincie Overijssel

De SER Overijssel roept uw college op om aanvullende en versterkende activiteiten uit te voeren, die noodzakelijk zijn om sociale innovatie breder, succesvoller en duurzamer toe te passen in het Overijsselse bedrijfsleven:

1.     Gebruik de bestaande netwerken rondom sociaal ondernemerschap om de kennis en inspiratie, die daar is opgedaan over de toepassing van sociale innovatie, verder te verspreiden, met name ook naar het reguliere mkb, met de volgende aandachtspunten:

•       werken aan een regionaal ecosysteem;

•       verspreiden van praktijkvoorbeelden en lessons learned van bedrijven, die sociale innovatie hebben ingevoerd, met aandacht voor de combinatie met technologische innovatie en als onderdeel van de grote transities;

•       bijdragen aan mogelijke oplossingen van barrières die ondernemingen (kunnen) ervaren bij de invoering van sociale innovatie met extra aandacht voor het mkb;

•       aansluiten bij duurzame inzetbaarheid en leven lang ontwikkelen;

•       de rol van sociale partners onder de aandacht brengen, denk daarbij ook aan de vakbonden en brancheorganisaties;

•       mkb-bedrijven inspireren: sociaal ondernemerschap en regulier mkb kunnen van elkaar leren, bijvoorbeeld op het gebied van inclusief werkgeverschap;

•       de samenwerking met de onderwijsinstellingen binnen het ecosysteem helpen organiseren.

2.     Zet met Europese middelen een regionaal meerjarenplan op voor onderzoek, experimenten, stimuleringstrajecten voor ondernemingen, communicatie en kennisdeling om het effect van het Pioniersprogramma meer kracht bij te zetten en het daarmee grootschaliger te maken. Koppel het Pioniersprogramma op een slimme manier aan andere provinciale programma’s en aan regionale samenwerking met onderwijs, overheid en sociale partners als stimulans voor het meer inbedden van sociale innovatie in de dagelijkse leer- en werkpraktijk van (toekomstige) werkgevers en werknemers. Betrek daarbij de brancheorganisaties en bijvoorbeeld het programma Investor in People. Hierin kan de provincie aanjagen en faciliteren. 

3.     Besteed in het subsidiebeleid structureel aandacht aan vernieuwende projecten en aan het duurzaam inzetten van de nieuwe aanpak. Zorg voor continuïteit en leg slimme verbindingen met andere provinciale programma's zoals Boost/EDIH en Overijssels Vakmanschap.

4.     De provincie heeft een positieve tussenevaluatie uitgevoerd van het arbeidsmarkbeleid en is van plan het beleid te continueren. De SER ziet aanvullende mogelijkheden om breder te kijken dat de eerder gekozen afbakening van het beleid:

•       er wordt focus gelegd op wetenschap en techniek, terwijl de huidige tekorten op alle sectoren betrekking hebben en niet alleen op technische beroepen (denk bijvoorbeeld aan zorg en onderwijs, essentiële sectoren die te kampen hebben met grote tekorten; gebruik de ervaringen, opgedaan met de provinciale programma’s die tot doel hebben de aandacht voor wetenschap en techniek te intensiveren, waar mogelijk ook voor andere sectoren;

•       er wordt focus gelegd op de ambitie om een leerrijke regio te worden om voldoende deskundige vakmensen voor de klimaatopgaven op te leiden, er zijn echter diverse andere sectoren, die het onbenut potentieel kunnen gebruiken voor de arbeidsmarkt; zoek in samenwerking met onderwijsinstellingen naar manieren om niet alleen vakmensen op te leiden voor klimaatopgaven, maar ook voor andere maatschappelijke opgaven;

•       er wordt gekozen voor statushouders als een doelgroep die aan het werk geholpen kan worden, er zijn echter ook andere doelgroepen die drempels ervaren om de arbeidsmarkt te kunnen betreden (denk bijvoorbeeld aan mensen met fysieke of psychische handicap); daarbij kan breder gekeken worden dan het aan het werk krijgen van mensen; besteed ook aandacht aan het aan het werk houden van mensen (duurzame en brede inzetbaarheid). Zo voorkom je uitval en zorg je dat mensen kunnen overstappen naar ander werk, als hun interesse of inzetbaarheid verandert of als de arbeidsmarkt verandert. 

 

Commissieleden

Coby Adema

lid namens FNV; vicevoorzitter

Paul Braakhuis

lid namens MKB Nederland

Aljona Wertheim-Davygora

secretaris-directeur

Harry Webers

Voorzitter